We kiezen ervoor om de Cliffs of Moher links te laten liggen. Ons doel is om langs de westkust naar het noorden te fietsen naar Connemara in county Galway en misschien wel zo ver als county Mayo. Het is afwachten of dat haalbaar is in twee weken. Verder uitgewerkt zijn de plannen niet. Overnachten doen we op de bonnefooi op campings, in B&B’s of jeugdherbergen.
Na een lange fietsdag bereiken we Doolin, een prachtig plaatsje aan de kust. We zetten ons kleine koepeltentje op tussen de belachelijk grote caravans en campers op een veld omringd door de traditioneel gestapelde Ierse muurtjes. Gelukkig zijn er meer trekkerstenten. Een eenvoudig toiletgebouw maakt camping Doolin compleet. Om nog enige beschutting te hebben tegen de altijd aanwezige wind, zetten we onze tent zo dicht mogelijk bij het muurtje. Het uitzicht is overweldigend. Links in de verte zien we de Cliffs of Moher, we hebben wel een beetje spijt dat we daar niet langs gefietst zijn, en recht voor ons in de Atlantische Oceaan liggen de Aran Islands. We besluiten hier een aantal dagen te blijven en de omgeving met dagtochtjes op de fiets te verkennen.
’s Avonds lopen we vanaf de camping een paar honderd meter naar het dorpje om iets te eten. We hebben geen idee of er restaurants zijn. Een pub is er natuurlijk altijd. Misschien wel meer dan één. We hebben gehoord dat je in hotel Doolin kunt eten, een huiskamerrestaurant, en deze is snel gevonden. Hotel is een groot woord. Het is meer een pension, maar het ziet er knus uit.
Wij zijn de eerste gasten. Moeder laat ons binnen en begeleidt ons naar de huiskamer. Een stuk of vijf kleine tafeltjes met plastic zeiltjes en houten stoelen vormen het restaurant. Op de grond onder het raam staat een eenvoudige cassettespeler. Gelukkig zijn er inmiddels meer mensen binnengekomen. Vader en moeder doen samen de bediening. De dochter van een jaar of twaalf komt elk half uur de kamer in en draait het bandje om, zodat we twee uur lang naar dezelfde Ierse muziek zitten te luisteren. Waarschijnlijk zijn we er die avond mee besmet geraakt.
Na de goede maaltijd zakken we af naar Gus O’Connor’s pub, die we op weg naar hotel Doolin al hadden gezien. De uithangborden lachen ons, mij in ieder geval, toe. Guinness, Murphy’s en Heineken. De combinatie van Guinness en Jameson Irish Whiskey is fantastisch, maar na 120 kilometer fietsen en lekker eten krijg ik er zware benen en een licht hoofd van. De pub in Doolin is vermaard om de muziek die er wordt gespeeld. Het is dan ook afgeladen vol. Gitaren, harpen, fiedels, flutes en pipes. Iedereen die maar een beetje kan spelen wordt van harte uitgenodigd mee te doen. Er is geen vast repertoire. Dit maakt het beregezellig. Het is laat, of eerder vroeg, als we in het donker snel ons tentje gevonden hebben.
Het klinkt allemaal ontzettend gezellig. Is dit lang geleden?
BeantwoordenVerwijderenEen slordige 20 jaar. Ik schrijf zoveel mogelijk op, voor ik het vergeet :-(
BeantwoordenVerwijderenFijne reis met jullie door Ierland. En we hoeven er niet eens voor op de fiets. Mag je ook zingen in die pub dat is het enige wat ik kan. Gezellig daar.
BeantwoordenVerwijderen