Klik.
Niets.
Klik. Klik.
Niets.
Nee hè, niet weer!
Na een
gezellige avond aan het strand bij Omaha Beach met frites en worst en drinken
zoeken we rond half elf onze bedden op in de B&B. We zijn moe van de eerste
reisdag. De volgende ochtend na een voortreffelijk ontbijt gaan we, zoals we
van te voren hadden gepland, een museum bezoeken. De gebeurtenissen op deze
plaats maken ons stil en nederig. Onze problemen gisteren met de auto zijn
triviaal.
En weer na het tanken dat de auto
niet start. Iets of iemand heeft zin ons dwars te zitten deze vakantie.
Gelukkig is de auto snel aangeduwd en we vervolgen onze weg. We willen zo snel
mogelijk onze eindbestemming in Bretagne bereiken. Dan zien we daar wel verder.
Het is weer
een hete dag. Na twee uur gereden te hebben moeten we ergens stoppen. Bij een McDonald’s
halen we ijsjes en gaan we plassen. Ik durf de auto niet meer uit te doen en
laat hem op de parkeerplaats stationair draaien.
Snel weer
verder. Bij Audierne even boodschappen doen voor het avondeten. Ik blijf bij de
auto met lopende motor. Zonder problemen bereiken we de camping.
Klik.
Aan. Als een zonnetje.
Nou ja. Hij ontwikkelt een eigen
wil.
De volgende
ochtend besluit de auto direct te starten. We maken onze eerste tripjes. Het
gerammel, getik en gekras wordt steeds erger. Rechtsvoor of onder de auto? Bij
een bepaald toerental? Als we een bocht om gaan? Moeilijk te zeggen. De baas
van de camping, een Nederlander, luistert mee. Misschien de uitlaat. Tien minuten
rijden vanaf de camping is een Renault garage. Daar kan ik dinsdag langs gaan.
Het is zaterdag. Het weekend komen we wel door.
Klik.
Niets.
Aanduwen.
Overal waar
we heen gaan houden we er rekening mee dat we de auto moeten aanduwen. Zo
parkeren dat de neus naar voren staat en het liefst naar beneden gericht. Als
de auto langer dan een uur kan uitrusten dan start hij zonder problemen. Bij
kortere tussenpozen vertikt hij het.
Dinsdagochtend
rijd ik naar de Renault garage. De campingbaas heeft een briefje geschreven met
een aantal steekwoorden. ‘Un bizar son’, ‘peut-être l’échappement’. De
garagehouder is geduldig en hulpvaardig. Ik start de auto. Hij doet het! De man
ligt al op zijn buik half onder de auto en heeft de oorzaak van het getik en
geschraap snel gevonden. Een loszittende uitlaatklem. Donderdag kan het gelast
worden. Ik maak een afspraak. Zal wel weer een duur geintje worden. Post
onvoorzien.
Na veertig
minuten is de auto klaar. De uitlaatklem gelast. De rekening wordt opgemaakt.
Ik ben op het ergste voorbereid.
“Vingt-cinq
euro, s’il vous plaît.”
Ik heb het
niet goed verstaan. 25 euro? Inderdaad. Chapeau!
Het
startprobleem heb ik verzwegen. Dat is iets tussen de auto en mij. We zullen
wel zien wie de sterkste is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten