‘Hé, Hector,
kijk! Daar komen weer twee. Ik ken ze niet. Jij?’
‘Eh, nee, ze
ruiken niet bekend.’
‘Heb jij ook zin
in een beetje actie? Kom, we laten ze even schrikken. Kun je lachen. Ze
reageren altijd zo paniekerig.’
‘Ik weet het
niet. Het mag niet. De baas is daar altijd heel duidelijk over.’
‘Ach, kom. Niet
zo benauwd en volgzaam. De baas is niet in de buurt. De baas stelt een beetje
initiatief wel op prijs. We blijven op ons eigen terrein. Dat beloof ik.’
Hector en ik
rennen over het grasveld. Twee enthousiaste jonge honden. We maken veel lawaai.
De twee mensen rijden nu naast elkaar. Sneller. We ruiken nog geen paniek. We
naderen de uitgang van ons terrein. De twee mensen negeren ons. Wat denken ze
wel? Wij bewaken ons territorium. Wij zijn hier de baas. Nou ja, onder de grote
baas dan.
‘Wat doe je nu?
Niet verder. Ben je gek geworden?’
‘Ja, Hector. Die
mensen maken we gek. Ze ruiken niet bang. Ik zal ze een lesje leren.’
‘Als de baas er
achter komt, dan zwaait er wat.’
‘Maar jij gaat
het hem niet vertellen. Toch, Hector?’
De Triodosbank
heeft een interessant programma en website. Het onderwerp is: “Vijf dingen die ze je niet
vertellen over de economie.” Nummer vier uit deze reeks is: “Bazen zijn uit.”
Waar zijn de grote leiders gebleven? De bazen, de
bestuurders en politici die het voortouw nemen. En de vernieuwing komen
brengen. Die voor ons beslissen hoe de toekomst eruit gaat zien.
Het zou fijn zijn, iemand die ons de weg wijst.
Maar echte verandering is zelden het werk van zo’n grote man of vrouw. Het zijn
grote ideeën die de wereld veranderen. Ideeën die groot worden, zodra steeds
meer mensen ze omarmen. En ernaar gaan handelen.
Dus laten we niet wachten op een baas, een leider.
Maar beginnen. Vandaag. Iedereen kan meedenken en doen. Dat is het mooie van
deze tijd. Met elkaar maken we nieuwe ideeën en initiatieven groot. Daar hebben
we geen grote baas meer voor nodig.
Dit is zeker iets
om over na te denken. Het is mogelijk in een volwassen organisatie en voor
mensen die een gezonde onderlinge verstandhouding hebben.
Voor mensen, ja.
Voor honden ben ik niet overtuigd. Heb ik toch liever een strenge baas. Een
baas naar wie geluisterd wordt.
Ze zijn nu heel
dichtbij. Een snelle uitval moet kunnen. Daarvoor hoef ik maar twee meter het
erf af. De naakte enkel draait voor mijn ogen. Draait en draait steeds sneller.
Ik stoot een vervaarlijke grom uit en doe een goed gerichte hap. Mijn krachtige
kaken klappen dicht. Mijn scherpe tanden doorboren het vlees. Het menselijk bloed is zoet. Het wordt me rood voor de
ogen. Dit smaakt naar meer. Nog een hap?
‘Satan, HIER!’
De grote baas. Zou hij iets gezien hebben?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten