Over mij

Mijn foto
Groningen, Netherlands
Ik ben John Koster. Geboren in 1960 in Canada. In 1965 naar Nederland verhuisd. Getrouwd, 3 kinderen (zoon 1997, 2 dochters 2003). Eind 2009 begonnen met schrijven. Alle bijdragen op deze weblog zijn door mij, onder eigen naam of Papagoose, geschreven, tenzij uitdrukkelijk door mij anders vermeld. Mijn profielfoto is een afbeelding van een grote Canadese gans en is gemaakt door Andreas Trepte www.photo-natur.de bron: Wikipedia.

vrijdag 24 september 2010

With the works

Het is een uitdrukking die is meegekomen uit Canada, “with the works”. Net als in de Verenigde Staten is in Canada de hamburger volksvoedsel nummer één. En een hamburger “with the works” betekent het ultieme vreetgenot. Een hamburger met alles erop en eraan. De twee ingrediënten die de Canadese hamburger onderscheiden van de Hollandse zijn relish en piccalilly. In geen enkel opzicht lijkt deze hamburger op die je krijgt bij the big M of B King.

Toen ik met mijn ouders en zus in 1965 terugkeerde naar Nederland hebben we deze hamburger uit Canada bij wijze van spreken in de hutkoffer meegenomen en liefdevol omarmd. Gasten konden er niet aan ontkomen. Iedereen moest meegenieten van een hamburger with the works.

“Jongens, wat zullen we dit weekend eten? Zondag doen we Hollandse pot, maar wie heeft een idee voor zaterdag?”
“Burrito’s!”
“Nee, hamburgers.”
“Ja, hamburgers!”
“Oké, hamburgers it is.”

Voor acht hamburgers hebben wij met ons vijven aan 500 gram rundergehakt genoeg. De hamburger hoeft echt niet 100 gram te wegen. Een zakje hamburgerkruiden erdoor en een eitje. De kunst is de hamburgers zo plat mogelijk te krijgen, omdat ze altijd in de koekenpan dikker worden.

Verder hebben we vier eieren nodig. Een blikje ananasschijven, 10 stuks. Sla en twee of drie tomaten in mooie, dunne plakken gesneden. Plakjes kaas en natuurlijk grote witte bollen. Het is toch al ongezond, dus geen bruine bollen.

De hamburgers en de eieren worden gebakken. Ondertussen doen we de plakjes tomaat, blaadjes sla en de ananasschijven in aparte bakjes. De plakjes kaas komen op een bordje. De witte bollen snijden we alvast door en doen we in een broodmandje. Als de hamburgers en de eieren klaar zijn, zetten we alles op tafel. Plus flessen cola, nobubbles, ice tea, de mayo, curry en ketchup. En vijf grote, platte borden. Geen bestek! Hamburgers with the works eet je met je handen. En niet te vergeten de keukenrol.

Een hamburger with the works stel je als volgt samen. Je kunt ingrediënten weglaten, als het je allemaal te veel wordt. Een doorgesneden bolletje, een paar blaadjes sla op één kant, hamburger erop. Stukje gebakken ei, plakje kaas, ananasschijf, tomaat. De andere kant van het bolletje smeer je in met mayo, curry en/of ketchup naar keuze. Als alles op elkaar gestapeld is, dan is de hamburger ongeveer twaalf centimeter dik. Dus even goed de boel pletten en smullen maar!

Na een half uur schransen, het slagveld overziend, buiken we altijd even lekker uit.

maandag 20 september 2010

Billetjes bloot

Onze twee dochters van zeven zitten op voetbal. Ze spelen in F5. Lot staat in de verdediging en Hanne op het middenveld. Ze laten zich niet kennen en bijten op hun tanden als ze keihard een bal tegen een been of in de buik krijgen. Ze zijn de enige meiden in het team, dus moeten ze wel iets stoerder zijn dan de jongens, vinden ze zelf.

Lot staat tijdens de wedstrijd graag een beetje te kletsen met één van haar beste vriendjes van het team, die ook nog bij haar in de klas zit. Op deze leeftijd mag een voetbalwedstrijd nog gezellig zijn, vinden de kinderen en hun ouders. Hoewel, het fanatieke geschreeuw langs de lijn suggereert soms anders.

Zaterdag was het weer raak. Hanne kreeg tot twee keer toe een bal hard tegen de benen. Ik zag aan haar gezicht dat het haar pijn deed, maar ze gaf geen krimp. Lots vriendje kreeg een bal in zijn kruis. Na de wedstrijd legden we Lot uit dat dat voor een jongen wel heel pijnlijk is. Ze knikte begrijpend. Ze kon zich er wel iets bij voorstellen.

Op zondag, voor ons de enige rustdag na een drukke werkweek en een nog drukkere zaterdag, doen we vaak spelletjes. Seb en Lot doen het spel “Met de billetjes bloot”. Dit is een spel van kaarten waar vragen op staan die je zo eerlijk mogelijk moet beantwoorden. Met dit spel zijn er geen winnaars of verliezers en foute antwoorden bestaan niet. Het doel is om kinderen te leren hun gedachten en mening onder woorden te brengen.

Lot krijgt de volgende vragen. Haar antwoorden zijn kort:

Vraag: “Vind je jezelf leuk?”
Lot: “Eh, jawel.”

Vraag: “Als een vriendje op school wordt gepest, zeg je dit dan tegen de juf?”
Lot: “Nee, dat is toch klikken?”

Vraag: “Vind je jezelf eerlijk?”
Lot: “Ja.”

Vraag: “Denk je dat dieren kunnen voelen?”
Lot: “Ja hoor.”

Vraag: “Denk je dat jongens net zo gevoelig zijn als meisjes?”
Lot: “Ja, vooral in hun kruis!”

vrijdag 17 september 2010

Spaghetti

Vanavond is het weer eens tijd om spaghetti te eten. Een gerecht waar we allemaal van smullen. Spaghettisaus uit een pakje hebben we lang geleden afgezworen. Deze maken we zelf. Toegegeven, een aantal ingrediënten voor deze eigengemaakte saus komt wel uit een pakje of blikje.

Voordat ik begin met koken, zet ik altijd alles klaar op het aanrecht. Een grote pan, halfgevuld met water, zet ik alvast op het gas. Scheutje olie er in. Zout pas toevoegen als het water kookt, anders wordt de pan blauw, zegt men. Tegen de tijd dat het water kookt, ben ik klaar om de saus te bereiden.

Ik leg een paar winterpenen klaar om te raspen. Een bouillonblokje, rund of groente, los ik op in 300 ml gekookt water. Een blikje gepelde tomaten in blokjes en twee blikjes tomatenpuree maak ik open en zet ik klaar. Teentje knoflook, kleingesneden. Potje Italiaanse kruiden. Suiker. De fles rode wijn onder handbereik. Ik neem een glaasje om te keuren of het goede wijn is. O ja, het gehakt uit de koelkast. Ik begin met het raspen van de winterpenen.

“Pap, mag ik dat doen,” vraagt Lot.

“Ja, dat mag, maar doe voorzichtig. Denk om je vingers.”

“Ja, ja. Wat is dat?” Lot wijst op de maatbeker met gekookt water.

“Daar zit een bouillonblokje in. Dat maakt de saus lekkerder,” leg ik uit.

“O.”

Het water voor de pasta kookt. Ik doe een scheut zout in de pan. Hij wordt niet blauw. Ik breek een pak spaghetti van 500 gram doormidden en gooi het voorzichtig in de pan. Onze kinderen zijn nog niet zo bedreven in het draaien van die lange slierten met de vork in de lepel.

Zo, nu kan ik de saus klaarmaken. Scheutje olie in de wokpan. Knoflook even bakken. Dan het gehakt er bij en rul braden. Geraspte winterpeen er door en op hoog vuur goed rondscheppen. Tomatenblokjes en tomatenpuree, beste scheut rode wijn en bouillon er bij. Italiaanse kruiden en een schepje suiker om het zuur van de tomaten te neutraliseren. De saus ongeveer tien minuten laten pruttelen.

Als ik goed getimed heb, dan zijn de pasta en de saus gelijktijdig klaar. Meestal lukt dat. Ik giet de pasta af. Even laten schrikken onder de koude kraan. De tafel is gedekt. Geraspte kaas, water en wijn voor de liefhebbers. Wij hebben de gewoonte om pas te beginnen met eten als iedereen heeft opgeschept en op de billen zit. Dat duurt een paar minuten.

We hebben net de eerste hap in de mond, als Lot vraagt:

“Pap, wat is eigenlijk een miljoenblokje?”

De spetters rode spaghettisaus vliegen over tafel, als wij het uitproesten. Gelukkig lacht Lot zelf het hardst. Ze heeft er een hekel aan om uitgelachen te worden.