Over mij

Mijn foto
Groningen, Netherlands
Ik ben John Koster. Geboren in 1960 in Canada. In 1965 naar Nederland verhuisd. Getrouwd, 3 kinderen (zoon 1997, 2 dochters 2003). Eind 2009 begonnen met schrijven. Alle bijdragen op deze weblog zijn door mij, onder eigen naam of Papagoose, geschreven, tenzij uitdrukkelijk door mij anders vermeld. Mijn profielfoto is een afbeelding van een grote Canadese gans en is gemaakt door Andreas Trepte www.photo-natur.de bron: Wikipedia.

woensdag 24 maart 2010

Ik wist precies de weg

“Komt Lot ook spelen?”
“Hallo, Tommie, Lot is in de slaaptent, ga maar even naar binnen. Ze spelen met de Duplo.”
“Papa, mogen we een snoepje?”
“Ja, pak maar uit de snoepbak, die staat op de grond naast de deur. Geef Tommie ook wat, hè.”

Het is vandaag eindelijk mooi weer. We hebben drie dagen met flinke regenbuien achter de rug. Maar ondanks dat vermaken we ons prima op deze groeneboekje-camping. Rustig gelegen in het bos. Geen grote weg in de buurt. We kunnen de kinderen gewoon hun gang laten gaan. We hoeven niet steeds op ze te letten. Wat een verademing. We kunnen zowaar een boek lezen voor de tent. De grote plas, direct voor onze tent, is bijna opgedroogd. Trouwens, in en rond deze plas hebben de kinderen ook grote lol gehad. Tot bodyslidings aan toe met de grote campingbuurmeisjes.

“Pap, we gaan buiten spelen.”
“Prima.”

Ze gaan met zijn drieën, onze dochters Lot en Hanne en vriendje Tommie, naar het speeltuintje op een steenworp afstand van de tent. Hebben we er toch nog een klein beetje zicht op. De fietsen met zijwieltjes gaan mee. Er is niets leukers dan zo hard mogelijk over de losse steentjes op het pad te crossen. Wij houden soms ons hart vast, maar ja, loslaten moet je. Met vallen en opstaan. En meer van dat soort clichés.

Na een minuut of twintig komt Hanne terug van het speeltuintje. Alleen, zonder fiets en zonder Lot en Tommie. Wij zitten lekker te lezen. Onze zoon zit met en tegen zichzelf te Carcassonnen.
“Hanne, waar is Lot?”
“Oh, die is met Tommie mee.”
“Waarheen?”
“Lopen. Door het bos. Ik durfde niet mee.”

Ik ga toch maar even kijken. Ik leg mijn boek in de stoel en loop rustig richting speeltuintje. Geen Lot en geen Tommie te zien. Ik loop een rondje over het veld naast het onze. Via een bospad tussen de velden door loop ik naar de toiletgebouwen. Niets. Ik ga terug naar onze tent.
“Lot al gezien?” vraag ik. Nee, dus.
Johanna loopt de andere kant op, waar ik nog niet geweest ben. Ik pak de fiets en rijd de hele camping over. Langs de zwem- en visvijver. Ze zouden toch niet….
Nog steeds niets. Rustig blijven. Er is vast niets aan de hand. Die kinderen zijn gewoon lekker aan het spelen in het bos. Dit is een veilige camping. Maar ze is nog maar drie!

Na drie kwartier rondlopen en –fietsen vind ik het opeens niet leuk meer. Ik ben nooit snel in paniek, maar ik moet toegeven dat ik nu het hart in mijn keel voel bonzen. Terug bij de tent zegt Johanna, dat ze verschillende mensen heeft gesproken, die hun ogen en oren zullen openhouden. Niet echt een geruststelling.

Ik doe een laatste poging. Wat klinkt dat dramatisch. Tussen de bomen vlak achter ons veldje, zie ik ze zomaar lopen. Verdorie, zeg. Zich van geen kwaad bewust lopen ze parmantig met grote stokken in de knuisten, door het struikgewas.
“Lot!” schreeuw ik. “Hier!”
“Hallo pap”, zegt ze guitig.
“We zijn helemaal rond de camping gelopen, door het hoge gras.”
“En toen moesten we over een hek klimmen”, zegt Tommie.
“Ja, met prikkeldraad, en toen werden we helemaal nat. En toen zei ik dat ik naar huis wilde.”
“Ja, en ik wist precies de weg”, zegt Tommie.
Met moeite krijg ik over mijn lippen: “Jongens, wat een avontuur. Kom maar snel wat drinken.”

Ik denk dat we de rest van de vakantie iets vaker uit ons boek zullen opkijken.
Loslaten valt nog niet mee.

donderdag 18 maart 2010

Gregor

Goedemiddag, menèrr, mag ik er bij komen zitten?
Ja hoor.
Even lekker patatje eten, menèrr. Ik heb net van iemand een gratis patatje gekregen, menèrr, met een colaatje.
Ok, leuk.
Hoe gaat het met u, menèrr, alles goed?
Ja hoor, en met u?
Ja, ook goed, even lekker eten. Ik ben heel blij met dit patatje, menèrr.

Op dinsdagmiddag heb ik altijd een uurtje, anderhalf voor me zelf. Mijn zoon is 12, die redt zich zelf. Eén van mijn dochters speelt meestal met een vriendje of vriendinnetje. Mijn andere dochter heb ik net afgeleverd bij het kindercircus. Deze keer ben ik op de fiets, dus ik rijd even lekker de stad in. Het eerste, voorzichtige zonnetje probeert de lange winter te verjagen. Dat lukt aardig, alleen is de wind nog heftig en koud.

Werkt u, menèrr?
Ja.
Wat doet u, menèrr?
Ik werk bij een groot IT-bedrijf.

Eigenlijk heb ik geen zin om dit allemaal uit te leggen. Ik geniet van mijn Vlaamse frieten met pindasaus van de in de stad beroemde frietkraam met de Belgische nationale kleuren. Het voelt toch een beetje als zondigen, patat eten midden op de dag. Het geeft ook wel een kick. Zo van, kijk mij nou eens, ik ga mijn eigen gang, al is het maar voor anderhalf uur. Maar ik wil ook niet bot zijn, tenslotte beweer ik altijd dat ik niets tegen buitenlanders heb. Waarom heb ik nu dan toch het idee dat hij iets van me wil?

Hoe heet u, menèrr?
Ik heet John en u?
Gregor, menèrr.
Komt u uit Hongarije?
Nee, uit Polen. Ik wacht al vijf jaar op werk. Maar het is moeilijk, menèrr. Ik heb ook geen huis, menèrr. Alleen als het heel koud is, dan kan ik gratis slapen. Bij min tien. Nu niet. Heeft u kinderen, menèrr?
Ja.
Twee?
Drie.
Een jongen en twee meisjes?
Klopt.

Wij geven nooit geld. Als ze honger hebben, dan willen we wel een broodje voor ze kopen. Maar geld geven, nee. Kopen ze toch alleen maar drank voor, of drugs.

Heeft u misschien een paar euro, menèrr, dan kan ik vannacht slapen.
Nee, hoor, dat doe ik niet.
Alstublieft, menèrr, één of twee euro.

Ik weet niet wat me bezielt, maar ik pak mijn portemonnee en geef hem twee euro. Zijdelings valt me op, dat Gregor best mooie, nieuwe schoenen aan heeft en een nette broek. Hij ziet er niet uit als een dakloze. Ben ik er toch weer ingestonken. Hij zal wel gewoon in een flat wonen met een paar landgenoten. Hij zal straks wel een lekker potje bier kopen, in zijn vuistje lachen en het hele verhaal aan zijn maten vertellen. Het kan me niets schelen, de zon schijnt en twee euro kan ik heus wel missen.

Dank u wel, menèrr.
Ja, geniet nog van vandaag en het zonnetje.
U ook. Dag, menèrr.

vrijdag 12 maart 2010

HuisVensterKerken, AD 2020

Nu, na tien jaar pioniers- en huiskerken, zijn wij trots u deze brochure te kunnen presenteren met informatie over de vorig jaar opgerichte HuisVensterKerken in Nederland, de HVK. In 2010 zijn we begonnen met de eerste pionierskerk voor hoogopgeleiden. Dit bleek een succes en gaandeweg zijn daar de kerken voor laag- en middelhoogopgeleiden bijgekomen.

De eerste HuisVensterKerk in Rotterdam is een feit. Een goed georganiseerde, allesomvattende kerkelijke instelling waar iedereen op zijn of haar eigen niveau de geestelijke draai kan vinden. En dat alles onder één dak. Naast de drie hieronder nader uitgewerkte afzonderlijke kerken, herbergt het gebouw ook een aantal gemeenschappelijke functies, zoals kinderopvang, nazorg, vergaderruimtes, een boeken- en muziekwinkel en stiltecentrum.

We zullen per niveau toelichten wat de kenmerken zijn en het doel, zodat u de keuze kunt maken voor de kerk die bij u past.

Het VMBO-niveau
Het doel van deze kerk is dat u zich hier thuisvoelt, met de nadruk op voelt. De focus ligt op beleving, innerlijke bevrediging en emoties. Er heerst een gevoel van saamhorigheid, wij zijn allen één. Kenmerken op dit niveau zijn:
· Een grote gezamenlijke parkeerruimte;
· Een goede muziekband met drums, gillende gitaren en veel backing-vocals;
· Liederen komen uit Opwekking, soms ook Engelse liederen;
· De preek duurt nooit langer dan vijftien minuten. Teksten worden gelezen uit de Kijkbijbel, met illustraties op de beamer.

Het HAVO/VWO-niveau
Spirituele uitdaging en geestelijke groei zijn het doel van deze kerk. Evangelisatie en zending worden vanuit deze kerk bedreven. Er zijn huiskringen met gezellige activiteiten rond een thema. Kenmerken op dit niveau zijn:
· Parkeerplaatsen voor HAVO, voor VWO en een bescheiden ruimte voor brugpiepers, de jong-bekeerden; een eigen garderobe;
· Vlotte muziek met piano, violen en af en toe een orgel;
· Liederen worden gezongen uit het Liedboek der Kerken en Johannes de Heer;
· De preek is uitdagend, de teksten worden gelezen uit Het Boek.

Het gymnasium/WO-niveau
Persoonlijke ontwikkeling staat bovenaan. Verlichting, naderen tot God als mens, om uiteindelijk God te worden. Veel dialoog en discussie in diepgaande bijbelstudies. De kenmerken:
· Ieder lid heeft een eigen parkeerplaats en een kluis voor waardevolle eigendommen;
· Psychedelische, new-age muziek, een enkele gospel;
· De muziek wordt van CD gedraaid, leden hebben inbreng in de keuze;
· Als er wordt gepreekt, dan is dat altijd interactief, teksten worden in de grondtaal gelezen.

Tot slot is er in het souterrain, anoniem en verborgen voor de buitenwereld, een kerk die wij de Koninkrijkspoort noemen. Deze is voor het niveau “Kind”. Wij maken u erop attent dat betreden van deze kerk volledig voor eigen risico is. Hier kunt u namelijk het Koninkrijk van God binnengaan (Marcus 10:14-15).

Lees:
http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/article3011387.ece/Nieuwste_kerk_is_een_huiskamer.html
"We willen ons beter toespitsen op een bepaalde doelgroep. Daarom komt er in Rotterdam-Zuid bijvoorbeeld een kerk voor hoogopgeleiden."

woensdag 10 maart 2010

Thuisbioscoop

Onze zoon is vorig jaar juni 12 geworden en een vriendenfeestje had hij nog niet gehad. Op de vraag of hij alsnog iets wil doen, is het antwoord: Jawel…. Maar wat dan?

Cadeautjes uitpakken, hamburgers eten en een filmpje kijken. Vier vrienden worden via de mail uitgenodigd. Een vrijdagavond wordt geprikt, want het kan laat worden. Pa werkt in de IT en kan wel een beamer regelen om een bioscoopgevoel te creëren. Drie films worden gehuurd zodat de vrienden zelf kunnen kiezen. Het wordt de nieuwste Batman. Alles wordt gedegen voorbereid, tot en met de bioscoopopstelling.

De oude beamer kan niet op de 5.1 installatie in de woonkamer worden aangesloten en op pa’s laptop mogen geen dvd’s worden gedraaid. Dan maar de desktop met vijf boxen naar beneden slepen. De bank verschuiven, de beamer op een kastje, de gordijnen dicht en starten maar. Om half acht zitten de boys klaar met grote bakken popcorn uit de magnetron op schoot. De film duurt tweeëneenhalf uur, dus zullen we mooi om tien uur klaar zijn.

Maar dan begint de ellende. Gesproken tekst is niet te horen. Blijkt een box niet te werken. Pa werkt in de IT, dus worden de boxen via de computer opnieuw ingeregeld en getest. Uiteindelijk lukt het. Maar nu is de ondertiteling weg, het menu is niet meer te vinden en pa wordt hoe langer hoe meer gestrest. De ouders worden even ge-sms’t dat het wat later wordt.

Na een half uur prutsen merkt één van de jongens op: ‘de dvd eruit, een andere erin, die er weer uit en Batman er weer in.’ En verrek, het menu is weer te vinden en de ondertiteling kan worden aangezet. Drie kwartier later dan gepland begint de film. Pa is in staat de hele rotzooi door de kamer te smijten, maar de jongens worden er niet heet of koud van. We trekken gewoon nog een paar zakken chips open.

Als pa om kwart voor elf twee jongens op de fiets naar huis brengt, wordt hij voor straf nog even zeiknat geregend. Het was een super vet feestje.

woensdag 3 maart 2010

Kalekoppenbonus

Persbericht:
Drie keer in zes maanden heeft het Universitair Medisch Centrum Groningen te kampen gehad met problemen in de keuken. Nu is er echter een nieuw probleem bijgekomen. Afgelopen dinsdag zijn bij een patiënt na een buikoperatie twee zwarte haren aangetroffen tussen de hechtingen. Aanvankelijk dacht men dat het slordig afgewerkte hechtdraden waren, maar nader onderzoek heeft uitgewezen dat het hier wel degelijk menselijke haren betreft. Een grondig onderzoek is geëist.

“Zuster Petra, ik wil niet vervelend doen hoor, maar nu zit er al weer een haar in de aardappelpuree!”
“Ik vind het heel naar voor u meneer De Vries. Ik kan er alleen niet zoveel aan doen. Ik word er zelf ook een beetje moedeloos van. U krijgt van mij een nieuwe maaltijd.”

“Voorzitter, geachte leden van de Tweede Kamer. Je kunt stellen dat na drie jaar centrumrechts dit kabinet een aantal belangrijke mijlpalen heeft behaald. Het aantal hoofddoekjes in openbare gelegenheden, zoals scholen, bibliotheken en ziekenhuizen is sterk teruggedrongen. Dit is natuurlijk mede te danken aan de door ons ingestelde kopvoddentaks. Vooral de hoogte van deze belasting heeft er voor gezorgd dat de meeste moslima’s zich eerst drie keer achter de oren krabben voordat ze een hoofddoek dragen. Beste mensen, wij zijn hier trots op.”

“Voorzitter, de heer Wilders vergeet voor het gemak de problemen die deze belasting heeft veroorzaakt. Negeert de heer Wilders de berichten uit het land? Sluiten wij de ogen voor patiënten in ziekenhuizen die haren in de soep vinden en nu zelfs haren in de buikwand? Na het invoeren van deze belachelijke taks is het kabinet compleet doorgeslagen, door ook voor chirurgen en keukenpersoneel elke vorm van hoofdbedekking te verbieden. Ik begrijp wel, de heer Wilders kon niet anders. Ik stel voor deze belasting af te schaffen.”

“Meneer Wilders?”


“Voorzitter, mevrouw Halsema heeft zeker een punt. Wij willen echter de kopvoddentaks niet afschaffen. Integendeel, wij van de PVV gaan een stap verder. Wij zijn voor de invoering van de kalekoppenbonus. Iedereen werkzaam in een openbare instelling ontvangt een forse premie als hij of zij de haren afknipt. Dit is zeer hygiënisch en lost gelijk mevrouw Halsema’s problemen op!”