Over mij

Mijn foto
Groningen, Netherlands
Ik ben John Koster. Geboren in 1960 in Canada. In 1965 naar Nederland verhuisd. Getrouwd, 3 kinderen (zoon 1997, 2 dochters 2003). Eind 2009 begonnen met schrijven. Alle bijdragen op deze weblog zijn door mij, onder eigen naam of Papagoose, geschreven, tenzij uitdrukkelijk door mij anders vermeld. Mijn profielfoto is een afbeelding van een grote Canadese gans en is gemaakt door Andreas Trepte www.photo-natur.de bron: Wikipedia.

donderdag 18 maart 2010

Gregor

Goedemiddag, menèrr, mag ik er bij komen zitten?
Ja hoor.
Even lekker patatje eten, menèrr. Ik heb net van iemand een gratis patatje gekregen, menèrr, met een colaatje.
Ok, leuk.
Hoe gaat het met u, menèrr, alles goed?
Ja hoor, en met u?
Ja, ook goed, even lekker eten. Ik ben heel blij met dit patatje, menèrr.

Op dinsdagmiddag heb ik altijd een uurtje, anderhalf voor me zelf. Mijn zoon is 12, die redt zich zelf. Eén van mijn dochters speelt meestal met een vriendje of vriendinnetje. Mijn andere dochter heb ik net afgeleverd bij het kindercircus. Deze keer ben ik op de fiets, dus ik rijd even lekker de stad in. Het eerste, voorzichtige zonnetje probeert de lange winter te verjagen. Dat lukt aardig, alleen is de wind nog heftig en koud.

Werkt u, menèrr?
Ja.
Wat doet u, menèrr?
Ik werk bij een groot IT-bedrijf.

Eigenlijk heb ik geen zin om dit allemaal uit te leggen. Ik geniet van mijn Vlaamse frieten met pindasaus van de in de stad beroemde frietkraam met de Belgische nationale kleuren. Het voelt toch een beetje als zondigen, patat eten midden op de dag. Het geeft ook wel een kick. Zo van, kijk mij nou eens, ik ga mijn eigen gang, al is het maar voor anderhalf uur. Maar ik wil ook niet bot zijn, tenslotte beweer ik altijd dat ik niets tegen buitenlanders heb. Waarom heb ik nu dan toch het idee dat hij iets van me wil?

Hoe heet u, menèrr?
Ik heet John en u?
Gregor, menèrr.
Komt u uit Hongarije?
Nee, uit Polen. Ik wacht al vijf jaar op werk. Maar het is moeilijk, menèrr. Ik heb ook geen huis, menèrr. Alleen als het heel koud is, dan kan ik gratis slapen. Bij min tien. Nu niet. Heeft u kinderen, menèrr?
Ja.
Twee?
Drie.
Een jongen en twee meisjes?
Klopt.

Wij geven nooit geld. Als ze honger hebben, dan willen we wel een broodje voor ze kopen. Maar geld geven, nee. Kopen ze toch alleen maar drank voor, of drugs.

Heeft u misschien een paar euro, menèrr, dan kan ik vannacht slapen.
Nee, hoor, dat doe ik niet.
Alstublieft, menèrr, één of twee euro.

Ik weet niet wat me bezielt, maar ik pak mijn portemonnee en geef hem twee euro. Zijdelings valt me op, dat Gregor best mooie, nieuwe schoenen aan heeft en een nette broek. Hij ziet er niet uit als een dakloze. Ben ik er toch weer ingestonken. Hij zal wel gewoon in een flat wonen met een paar landgenoten. Hij zal straks wel een lekker potje bier kopen, in zijn vuistje lachen en het hele verhaal aan zijn maten vertellen. Het kan me niets schelen, de zon schijnt en twee euro kan ik heus wel missen.

Dank u wel, menèrr.
Ja, geniet nog van vandaag en het zonnetje.
U ook. Dag, menèrr.

1 opmerking: